Maqueen Robotauto

  • Inhoudsopgave

Maqueen Robotauto

In deze handleiding van CoderDojo Arnhem worden de basisfunctionaliteiten van de Maqueen robotauto toegelicht.

Per functionaliteit worden de programmeerblokken die er bij horen toegelicht en worden voorbeeldprogramma’s gegeven.

Als laatste staan er nog wat uitdagende projecten in waarin meerdere functies gecombineerd worden.

sprites

Er wordt uitgegaan van enige basiskennis van de Micro:Bit en de Microsoft MakeCode programmeeromgeving. Heb je dit nog niet, probeer dan eerst een beginnersprogramma voor de Micro:Bit. Je kunt deze vinden tussen ons materiaal.

Deze handleiding is te gebruiken voor ieder niveau en hoeft niet perse van voor tot achter doorgenomen te worden.

Begin bij de basis paragrafen en kijk daarna wat je leuk vindt om te doen met de robot auto.


Deze handleiding is ontleend aan:

Instructiemateriaal van House of Training, instructies van CoderDojo Nijmegen, documentatie van de leverancier van de Maqueen DFROBOT, documentatie van CodeKids en andere documentatie en youtube filmpjes gevonden op internet.


Basis

Programmeerblokken Maqueen

Als eerste moet je er voor zorgen dat de programmeerblokken voor de Maqueen toegevoegd worden in de MakeCode programmeeromgeving van de Micro:Bit.

  • Start de programmeeromgeving van de Micro:Bit MakeCode: https://makecode.microbit.org/
  • Klik op Nieuw Project
  • Klik rechtsboven op het tandwiel en kies Uitbreidingen.
  • Zoek Maqueen. Je ziet nu de uitbereiding Maqueen van DF ROBOT, klik hier op.

sprites

  • Je ziet dat er tussen de programmeerblokken een menu onderdeel is toegevoegd:

sprites

Micro:Bit in de Maqueen plaatsen

Zoals je ziet heeft de Maqueen zelf geen Micro:Bit. Er zit wél een gleuf op om de Micro:Bit in te stoppen. We gaan eerst testen of het werkt.

  • Maak onderstaand programma in MakeCode. Sluit de Micro:Bit met de USB-kabel op de computer aan en download het programma naar je Micro:Bit.

sprites

  • Bekijk de Maqueen. De Maqueen heeft eigen batterijen. Hij kan dus rijden zonder aan de computer te zitten voor stroom. Op de achterkant zit een power oftewel een aan/uit schakelaar. Je ziet de tekst niet zo goed omdat deze onder de batterij zit. Als de schuif naar links staat, dan staat hij AAN. Je ziet dan linksvoor een rood lampje branden. Naar rechts is UIT.

Zorg er altijd voor dat de Maqueen UIT staat als je de Micro:Bit er in plaatst! Dan kunnen er geen onverwachte dingen gebeuren.

  • Steek de Micro:Bit in de Maqueen. De knoppen en LED lampjes moeten aan de voorkant zitten richting de oogjes. De gouden strip met gaatjes en 0/1/2/3V/GND onderaan.
  • Zet de schakelaar om naar links zodat de Maqueen AAN staat. De LED lampjes links- en rechtsvoor moeten beide rood gaan branden!
  • Je bent nu klaar om een eigen programma te gaan schrijven voor de Micro:Bit Maqueen robotauto! Vergeet niet de schakelaar weer naar rechts te zetten zodat de Maqueen UIT staat. Haal daarna je Micro:Bit uit de Maqueen en ga een nieuw programma schrijven.

sprites

Functies op de Micro:Bit / Maqueen

Op de combinatie van de Micro:Bit en de Maqueen robot auto zitten 8 functies die we in dit document verder gaan toelichten om te programmeren. Er zitten nog meer functionaliteiten op de Micro:Bit maar die laten we in dit document buiten beschouwing. Die gebruiken we niet om de Maqueen robot auto mee aan te sturen (zou wel kunnen).

1. LED lampjes (voorkant)

Voorop de Maqueen zitten twee rode LED lampjes (links LED-L P8 en rechts LED-R P12). De linker (left) en rechter (right) rode LED zet je aan (on) of uit (off) met onderstaand programmeerblok.

Lees voor het programmeren verder in paragraaf 1. Koplampen laten branden.

sprites

2. Motoren

Beide wielen van de Maqueen worden met een aparte motor bestuurd: Links (left) en Rechts (right). Je kunt aangeven welke richting de motor op moet draaien: naar voren (forward) of naar achteren (backward). Ook kun je aangeven met welke snelheid de motoren moeten draaien. De snelheid kan variëren van 0 tot 255. 100 is een mooie rustige snelheid.

De belangrijkste programmeerblokken om de wielen/motoren aan te sturen staan hieronder. Je kunt ook alle (all) kiezen waarmee je beide motoren tegelijkertijd met dezelfde snelheid in dezelfde richting aan zet.

sprites

sprites

Lees voor het programmeren verder in paragraaf 2. Rijden en sturen.

3. Geluid

De Maqueen robot auto beschikt over een eigen speaker/buzzer waarmee je de Maqueen geluid kunt laten maken. Als je goed kijkt zie je rechtsvoor op de auto een kleine schakelaar met daarbij poort P0. Met de schakelaar kan je de speaker aan en uit zetten. Standaard staat de speaker AAN.

Let op: de schakelaar is kwetsbaar dus laat hem altijd AAN staan!!

Net achter de Micro:Bit onder de batterijhouder (bijna niet te zien) zit de speaker zelf waar het geluid uit komt. Om de Maqueen geluid te laten maken gebruik je de programmeerblokken uit het menu Muziek. Lees voor het programmeren verder in paragraaf 3 Geluid: laat de robotauto muziek maken!

sprites

4. Neopixels (onderkant)

Draai de Maqueen maar eens om en kijk op de onderkant. Daar zie je 4 RGB lampjes die apart kunt programmeren. RGB staat voor Rood Groen Blauw. Deze lampjes kunnen dus Rood, Groen en Blauw licht geven, maar je kunt de kleuren ook combineren zodat ze ieder kleur van de regenboog kunnen schijnen. Deze RGB lampjes worden ook wel NeoPixels genoemd. Je ziet op de printplaat RGB0, RGB1, RGB2 en RGB3 staan (P15).

sprites

sprites

De NeoPixels bestuur je met de blokken die te vinden zijn in het menu NeoPixels. Dit is ook geen standaard menu in het MakeCode programma. Je moet deze blokken, net als de blokken voor de Maqueen, eerst toevoegen. Ga rechtsboven naar het tandwieltje, klik op uitbereidingen en zoek naar de uitbereiding Neopixels. Waarschijnlijk staat deze al in beeld omdat hij veel gebruikt wordt.

sprites

Na klikken op de uitbereiding Neopixel zie je dat er een extra menu toegevoegd is in je lijst met daarin veel nieuwe blokken. Er staat ook meer... onder, omdat er nog veel blokken voor Neopixels zijn. Die passen niet allemaal in één lijstje. Lees voor het programmeren verder in paragraaf 4. Neopixels aan de onderkant.

5. Ultrasoon / afstand meten

Voor op de Maqueen zitten twee ‘ogen’, dit zijn de ultrasone sensoren. Met deze sensoren kun je vrij nauwkeurig afstanden meten tot objecten tussen de 2 cm en 4 meter. Het idee is simpel. De sensor zendt een geluidsgolf uit op een speciale frequentie. Zodra de geluidsgolf een object raakt wordt het signaal weerkaatst in een echo. Een ontvanger vangt de echo op en berekent de afstand op basis van de tijd die de weerkaatste geluidsgolven er over doen om ontvangen te worden. Bij de Maqueen is het linker oog de zender en het rechteroog de ontvanger.

sprites

sprites

De afstand die de sensor meet heet in MakeCode Ultrasonic Sensor eenheid. Met onderstaand blok kun je de afstand die gemeten wordt uitlezen en gebruiken in je programma.

sprites

Lees voor het programmeren verder in paragraaf 5 Ultrasoon: obstakels vermijden.

6.Lijnvolg sensoren

Onderop, achter het voorwiel, zitten twee lijn volg sensoren. Er staat Line-R (P14) en Line-L (P15) bij. Deze sensoren maken gebruik van infrarood lichtsignalen. De sensor zendt een lichtsignaal uit en als dat weerkaatst levert dat een positieve waarde op, een 1. Wordt het signaal niet weerkaatst dan levert dit een negatieve waarde op, een 0. Wit reflecteert goed, dus dat geeft een 1. Zwart reflecteert niet dus dat levert een 0 op. Met het slim programmeren van deze lijnsensoren kan de auto een zwarte lijn volgen.

sprites

Wat deze sensoren meten heet in MakeCode Read left/right line tracking sensor oftewel Lees links/rechts route geleiding.

sprites

Lees voor het programmeren verder in paragraaf 6. Lijn volgen.

7. Infrarood (IR)

Infrarood werkt, zoals het woord al zegt, met infrarood licht signalen. Infrarood signalen worden onder andere gebruikt in afstandsbedieningen. Met een afstandsbediening kun je een apparaat niet alleen aan en uit zetten maar ook opdrachten geven om voorgeprogrammeerde functies uit te voeren. De afstandsbediening zendt binaire codes uit door te knipperen met onzichtbaar infrarood licht. Een binaire code bestaat uit enen en nullen. Een korte knip staat voor 0 en een lange voor 1.

De Maqueen robot auto heeft voorop, als een soort neusje, een infrarood sensor die de infrarood lichtsignalen van de afstandsbediening kan ontvangen. Wat deze sensor meet heet in MakeCode Read IR key value oftewel Lees infrarood waarde.

Je vindt de programmeerblokken voor het gebruik van Infrarood in het menu IR. Dit menu staat standaard in de lijst.

sprites

Lees voor het programmeren verder in paragraaf 7. Infrarood besturing.

8. Lichtmeter

De LEDs op de display van de Micro:Bit kunnen niet alleen licht tonen, maar ze kunnen ook het aanwezige licht meten. Hierdoor kun je opdrachten geven wat de robotauto moet doen als het bijvoorbeeld donker wordt, maar ook wat het moet doen als het licht een bepaalde sterkte heeft.

Lees voor het programmeren verder in paragraaf 8. Lichtsterkte gebruiken.

sprites

1. Koplampen laten branden

In de basis uitleg staat de code om de rode LED lampjes aan de voorkant continu te laten branden. Dat is wel een beetje saai. We gaan nu de rechter koplamp laten branden als je knop A indrukt en de linker koplamp laten branden als je B indrukt. Druk je A en B tegelijkertijd in, dan gaan ze beide branden. Hieronder staat de code die je moet gebruiken:

sprites

We willen eigenlijk dat de lampjes niet continu, maar slechts 2 seconden blijven branden. Voeg daarvoor een pauzeerblokje toe in je code. Na het pauze blokje moet je aangeven dat het lampje uit moet gaan.

sprites

Dit is ook nog saai! Probeer onderstaande code om de lampjes continu afwisselend te laten branden. Valt je nog wat anders op?

sprites

Meer experimenteren met de koplampen? Kijk bij de combinatie opdrachten A. Robotdans en .D Knipperen op de zebra.

2. Rijden en sturen

Nu gaan we de Maqueen laten rijden. Dat doen we door de motoren van de wielen aan te sturen.

LET OP

Zorg er altijd voor dat de Maqueen UIT staat als je de Micro:Bit er in stopt.

Zet de Maqueen op de grond en zet dan de schakelaar op AAN.

Zet als je klaar bent de schakelaar UIT!

Gebruik onderstaande code voor de basisaansturing van de beide motoren. Beide motoren tegelijkertijd in snelheid 100 aanzetten bij opstarten gaat als volgt:

sprites

Het is dan ook handig te programmeren dat de motoren bv bij schudden weer uitgaan (let op, dit werkt niet als je de motoren bij het aanzetten in een blauw “de hele tijd` blok zet!).

sprites

Door de twee motoren met verschillende snelheid te laten rijden of zelfs in een andere richting, kun je bochten maken en achteruit rijden. Probeer onderstaande code uit en kijk wat de Maqueen doet. Kun je het programma volgen als de Maqueen aan het rijden is?

sprites

Meer experimenteren met het rijden met de Maqueen? Kijk bij de combinatie opdrachten A. Robotdans en B. Patronen rijden.

3. Geluid

Bij het stukje over de rode koplampen heb je al gebruik gemaakt van de geluid optie op de Maqueen. Dat deed je door het blok “speel toon” te gebruiken uit het menu Muziek. Met dit blokje kun je zelf de toon kiezen. Met beat bepaal je hoe lang de toon moet zijn; 4 beat is de langste toon, 1/16 de kortste. Wil je een korte pauze, gebruik dan het blokje rust. Ook hier bepaal je met beat hoe lang de rust moet zijn.

sprites

In het menu Muziek zitten veel meer opties voor muziek en melodieën. Je kunt ook je eigen melodie samenstellen. De snelste methode om een melodie te spelen is met het blokje play melody. Klik op de editor en je kunt in elke kolom een toonhoogte kiezen.

Bepaal linksonder het tempo waarmee de melodie moet worden afgespeeld. Gebruik de play knop om af te spelen. Er zijn ook voorbeeld melodieën opgenomen in het programma. Die vind je bij de Gallerij optie. Probeer maar wat uit, maar zelf maken is natuurlijk het allerleukste!

sprites

Meer experimenteren met muziek? Kijk bij Kijk bij de combinatie opdrachten A. Robotdans en F. Obstakels vermijden en waarschuwing geven.

4. Neopixels aan de onderkant

Onder op de Maqueen zitten 4 Rood/Groen/Blauw Neopixels lampjes. In de basis paragrafen is uitgelegd hoe je de programmeerblokken voor deze Neopixels kunt toevoegen.

Als je wil dat de Micro:Bit een aangesloten apparaat gaat aansturen dan moet je helemaal aan het begin van je programma aangeven om welk apparaat het gaat. Zie het als een soort gebruiksaanwijzing. De Micro:Bit heeft zelf geen Neopixels; hij weet helemaal niet dat ze bestaan. Dat moeten wij als eerste aan de Micro:Bit vertellen en uitleggen. Dat doen we in het blokje bij opstarten.

We moeten eerst een variabele aanmaken. Dat doe je in het menu Variabelen; klik op Maak een variabele en noem hem Neopixel. Kies dan uit het menu Neopixel het blok stel strip in op.... Wijzig de naam strip in de variabele naam die we net aangemaakt hebben: Neopixel. Vervolgens moeten we nog aan de Micro:Bit vertellen op welke poort de Neopixels zitten; dan kan hij ze vinden. De poort staat onderop de Maqueen bij RGB0, dat is Pin 15. Kies uit de lijst dus P15. Als laatste moeten we aangeven hoeveel lampjes we hebben. Wij hebben 4 Neopixel RGB lampjes. Kies 4 in het programmeerblok. Laat bij kleur RGB (RGB format) staan.

sprites

Nu weet de Micro:Bit bij opstarten dat er 4 RGB lampjes aangesloten zijn en waar deze lampjes zich bevinden!

Tijd om de Neopixels te laten branden! Via het programma hiernaast, laten we de 4 Neopixels allemaal in dezelfde kleur schijnen. Kies zelf de kleuren uit het lijstje. Met het pauzeerblokje bepaal je hoe lang de kleur moet schijnen. Door meerdere blokjes achter elkaar te zetten schijnen de Neopixels steeds korte tijd in een andere kleur. Omdat de blokjes in een groot blok “de hele tijd” staan, blijft de Maqueen dit steeds herhalen.

sprites

Tot nu toe heb je bestaande kleuren uit de lijst gebruikt voor de Neopixels. Het is leuker als je helemaal je eigen kleur kunt kiezen. In elke kleur zitten deeltjes Rood, deeltjes Groen en deeltjes Blauw. Elke kleur heeft een waarde van 0 tot 255. Door de waarden te combineren maak je een unieke kleur. Hoe hoger de waarde hoe feller de kleur wordt dus hoe meer er van die kleur gebruikt wordt in je uiteindelijke kleur.

sprites

Zoek met google op online kleurkiezer. Je ziet direct een afbeelding met een schuifje. Kies de kleur die je wil en noteer de RGB waarde. Bijvoorbeeld 66, 132, 245 voor een mooie kleur blauw. In deze kleur zit 66 Rood, 132 Groen en 245 Blauw.

sprites

Nu gaan we een programma schrijven waarin we de lampjes laten knipperen in de zelfgekozen kleuren. Met het blokje Neopixel set pixel color at... geef je met het volgnummer achter at aan om welk lampje het gaat. Op de printplaat op de onderkant van de Maqueen staat bij elke Neopixel RBG0, RGB1, etc. Als je dus 0 kiest dan stuur je hiermee Neopixel RGB0 aan.

Met de cijfertjes bij de kleuren maak je precies de kleur die je wil. Vervolgens moet je met het blokje Neopixel show aangeven dat de lampjes moeten gaan branden en met het pauzeer blok hoe lang. In de code hier naast zetten we daarna de lampjes 500 ms uit.

sprites

Het is ook mogelijk de 4 Neopixels om en om te laten branden. Daarvoor gebruik je de variabele index (aanmaken). De variabele index verwijst naar de afzonderlijke Neopixels: index 0 is lampje RGB0, index 1 is lampje RGB1 enz. Met het programma hier naast, laten we de Neopixels om en om kort in groen schijnen. Tussendoor gaat het licht even uit. Het lijkt alsof het licht onder de Maqueen rond gaat.

sprites

Probeer zelf met dupliceren meerdere van deze “blokken” onder elkaar en geef de Neopixels telkens een andere kleur. Kijk wat een mooi effect!

Dit kan ook door nog slimmer te programmeren met een herhaalblok en een variabele voor de kleur. Probeer maar uit of jou dat lukt!

Meer experimenteren met de Neopixels? Kijk bij de combinatie opdrachten E. Neopixels infaden en uitfaden (en regenboogkleuren). Daar leer je ook hoe je regenboogkleuren maakt.

5. Ultrasoon: obstakels vermijden

Met de ultrasoon sensor kan de Maqueen de afstand meten tussen zichzelf en een obstakel wat voor hem staat. Dat is handig om obstakels te kunnen ontwijken.

Eerst gaan we testen door de afstand tot een object te tonen op de Micro:Bit. Dat doen we met een blok de hele tijd. We willen dat de Maqueen continu afstanden blijft meten. Plaats binnen dit blok een blok toon nummer met daarbinnen de variabele read ultrasonic sensor. Zet de maateenheid in cm.

sprites

Test je programma met de Maqueen. Plaats je hand of een ander object op een bepaalde afstand. Op de display van de Micro:Bit verschijnt de gemeten afstand in centimeters.

Het voorgaande gaan we nu gebruiken in een programma. We gaan de Maqueen leren om zelfstandig te rijden. We schrijven een programma waarin de auto in principe rechtdoor mag rijden. Zodra de Maqueen een object ziet in minder dan 20 cm, dan moet de auto 1 seconde een bocht achteruit rijden. Daarna mag de auto weer vooruit gaan rijden, mits er geen object gezien wordt op een afstand van 20 cm of minder. De Maqueen zal op deze manier altijd blijven rijden en obstakels vermijden.

sprites

Het voorgaande programma werkt, maar het kan veiliger. In het voorgaande programma hebben we een ALS...DAN blok gebruikt. Nu gaan we een ALS...DAN...ANDERS instructie gebruiken. Pas het voorgaande programma aan. Haal de eerst instructie (motor all move forward at speed 100) weg en klik op het + symbool. Je ziet dat de opdracht een ANDERS deel erbij krijgt. Plaats hierbinnen het codeblok motor all move forward at speed 100.

Dit is een betere manier van programmeren. Je stelt eerst een voorwaarde “kijk of er een obstakel binnen 20 cm aanwezig is”, zo ja, dan moet de auto een bocht naar achteren rijden, zo niet, dan pas mag de auto vooruit gaan rijden. Het programma is nu veel veiliger.

6. Lijn volgen

De Maqueen kan een zwarte lijn volgen. Daarvoor gebruikt hij de twee sensoren aan de onderkant die zwart of wit kunnen detecteren. Wit is 1 (reflecteert alles) en Zwart is 0 (geen reflectie).

sprites

We gaan nu een eerste programma schrijven. Zolang de waardes die gezien worden 0 zijn, zwarte ondergrond dus, rijdt de auto rustig rechtdoor. Als hij aan één kant wit ziet dan blijft hij ook nog rechtdoor rijden, maar zodra links én rechts wit wordt gezien (waardes worden beide 1) dan stopt de Maqueen. Dit programma kan bijvoorbeeld gebruikt worden om 2 Maqueen auto’s rechtdoor tegen elkaar te laten racen. Maak eerst een variabele en noem deze snelheid. Geef de snelheid in het blok bij opstarten een beginwaarde, bv 255 voor de maximum snelheid.

Programmeer vervolgens een ALS...DAN blok met daarin: als links of rechts zwart gezien wordt rij dan met “snelheid” rechtdoor. Voeg tot slot bij ANDERS een blok stop motoren toe.

sprites

Nu gaan we het programma aanpassen. We willen niet dat de auto stopt als hij aan beide kanten wit ziet, maar we willen dat hij zichzelf corrigeert. Hij moet een beetje bijsturen richting de zwarte lijn zodat de zwarte lijn altijd gevolgd wordt.

Er kunnen zich 4 situaties voordoen:

  • 0 en 0 -> beide sensoren zien de zwarte lijn
  • 0 en 1 -> rechter sensor ziet geen zwarte lijn
  • 1 en 0 -> linker sensor ziet geen zwarte lijn
  • 1 en 1 -> beide sensoren zien geen zwarte lijn

Voor elke situatie moet een instructie geschreven worden. De code staat hieronder. Probeer dit nu zelf uit op een parcours met zwarte lijnen! Blijft jouw auto de zwarte lijn volgen?

sprites

Meer experimenteren met afstand meten en hier acties aan verbinden? Kijk bij de combinatie opdrachten C Lijn volgen én anti botsing.

7 .Infrarood besturing

De Maqueen is ook aan te sturen met een willekeurige infrarood afstandsbediening. Voordat je gaat programmeren met een afstandsbediening, zul je eerst moeten weten welke nummers horen bij welke knoppen op je afstandsbediening. Kies 5 knoppen op de afstandsbediening die je wil toewijzen aan 5 functies van de Maqueen. Wij kiezen vooruit, achteruit, bocht links, bocht rechts en stoppen maar je kunt ook wat anders kiezen om de Maqueen te laten doen.

sprites

Nu gaan we uitzoeken welke message jouw afstandsbediening stuurt bij het indrukken van een knop. Plaats in de MakeCode omgeving het blokje on IR received message uit het IR menu. Hiermee geeft je de Maqueen de opdracht om de infrarood sensor te activeren en te wachten tot het een signaal binnen krijgt. Dat signaal is de message, het bericht. Zodra er op de afstandsbediening op een knop gedrukt wordt, dan wordt er een message verstuurd. We willen het nummer van deze message op de display van de Micro:Bit zien. Dat kan met de volgende code; hierin wordt de variabele message gebruikt:

sprites

Zet dit programma op de Micro:Bit. Zet de Micro:Bit in de Maqueen. Klik op de knoppen van de afstandsbediening en kijk welk nummer verschijnt. Noteer de knop en de bijbehorende nummers!

Nu kun je de knoppen/nummers koppelen aan acties van de Maqueen. In het onderstaande programma is 9 gebruikt voor vooruit rijden, 8 voor achteruit, 10 voor rechts, 0 voor links en 15 voor stoppen.

sprites

Probeer je eigen afstandsbediening en bestuur de Maqueen met functies die je zelf gekozen hebt!

8. Lichtsterkte gebruiken

De LEDs op de display van de Micro:Bit kunnen niet alleen licht tonen, maar ze kunnen ook het aanwezige licht meten. Dit gaan we gebruiken. We gaan de lichtmeter van de display van de Micro:Bit programmeren. Hoe meer licht op de display wordt geschenen, hoe meer LED lampjes zullen oplichten.

Maak eerst een variabele en noem deze lichtmeter. Maak vervolgens onderstaande code. Met deze code zal de ingebouwde lichtmeter van de Micro:Bit gaan reageren op het huidige lichtniveau.

sprites

Nu willen we het gemeten lichtniveau op de display gaan weergeven. Gebruik hiervoor de programmeerblokjes uit het menu lichtjes een kies plot staafdiagram van ... tot .... Plaats de variabele lichtmeter in het eerste plekje waar de 0 staat; voeg als tweede de maximale waarde van de lichtsterkte toe. De minimale waarde is 0; de maximale is 255.

sprites

Test je code eerst in de simulator. Linksboven staat een schuifje waarmee je de lichtsterkte hoger en lager kunt zetten. Zie je de LED lampjes hoger en lager worden?

sprites

Download nu de code naar je Micro:Bit en ga de lichtmeter in het echt testen. Ga met de Micro:Bit in een donkere ruimte staan. Verdwijnen de lichtjes op de display? Of schijn met een zaklamp op de display. Verschijnen er meer lampjes?

Je kunt deze functionaliteit nu gaan gebruiken in een programma om de Maqueen te laten rijden. Is het te donker, dan stopt de auto. Is er voldoende licht, dan gaat hij rijden!

Bouw het onderstaande programma. Als de lichtsterkte groter is dan 70 dan moet de auto gaan rijden. Voldoet hij niet aan deze voorwaarde, dan zal de auto stoppen. Test het programma uit met een zaklamp.

sprites

Uitdaging

Laat de auto langzaam harder rijden als er meer licht op de display schijnt. Of zorg dat de lampen aan gaan als de Maqueen in een tunnel rijdt.

Combinatie opdrachten

Krijg je er maar geen genoeg van? Kijk dan ook eens bij de combinatie opdrachten voor nog meer uitdagingen!